We hadden allemaal al eens een marathon gelopen, dus we wisten wel waaraan we zouden beginnen. Bovendien leek Stockholm ons een mooie stad om eens te bezoeken. We, dat zijn Yael, Miriam, Melissa, Elza, Cees en Benno. Begin januari hadden we ons opgegeven en eindelijk was het dan zover.
Dag voor de marathon
Na een reisdag en nacht wennen aan het bed in onze “Villa Kakelbont” konden we de startnummers ophalen en tegelijkertijd de route naar het startgebied verkennen. Een uurtje reistijd bracht ons naar het Stockholm Stadion, waar we zouden finishen. Op het enorme veld daarnaast moesten we zijn. Met eenmaal de startnummers in ons bezit, begon het bij ons ook echt te leven: we gaan een marathon lopen!
Inmiddels waren Yael’s Michel en hun zoon Sam (de laatste was voor haar een grote verrassing) in Stockholm aangekomen om ons te supporten en na de begroeting op een terras en een korte rondwandeling gingen we weer terug naar onze villa.
De voorbereidingen voor de strijd de volgende dag gingen beginnen. Alhoewel de weerapps voortdurend tegenstrijdige informatie gaven leek het erop dat het warm zou worden, dus we waren al de hele tijd aan het hydrateren. Codewoord: Elektrolyten! Nog een laatste pastamaaltijd. Loopkleren klaarleggen. Startnummer opspelden. Wat moet er mee aan gelletjes, reepjes, water of wat dan ook. De spanning neemt toe…
Laatste voorbereidingen
In de korte nacht (sowieso, want het is om 3 uur al weer licht) heeft iedereen toch min of meer geslapen. Het ontbijt is het laatste ritueel en voor elk van ons anders: pannenkoekjes met fruit, yoghurt met banaan, kwark, thee, koffie, whatever it takes. Nog wat eten mee voordat we gaan starten. En dan op weg. In de metro stappen er op elk station een paar lopers in. In de trein voor het laatste stukje zitten en staan bijna alleen maar lopers.
Naar de kledingafgifte. Eerst een Dixi. De zon breekt door, verder wachten in de schaduw. Wat drinken, half banaantje. Nog maar eens een Dixi (niet alleen Benno). Dan op naar het startvak samen met bijna 20.000 andere lopers. Miriam, Melissa en Cees starten in een ander vak dan Yael, Elza en Benno. We gaan uit elkaar met nog een laatste hug, veel succes en tot na de finish!
De Marathon
Een paar minuten voor twaalf, 27o C, brandende zon. Een zangeres met een krachtige gouden stem zingt het Zweedse volkslied en om ons heen wordt massaal meegezongen. Kippenvel. En dan klinkt het startschot. Na nog 5 minuten wandelen en een laatste Dixi-bezoek (Benno) kunnen we er eindelijk aan beginnen. De eerste paar kilometers gaan lekker. Het loopgroepshirt (‘héé Groningen!’) leidt tot enkele korte gesprekken onderweg. Het is warm, dus rustig aan. Drinken! De eerste twee waterposten zijn chaotisch, druk en met gebrek aan water. De eigen flesjes brengen redding. Daarna gaat het beter bij de posten onderweg.
Het lopen zelf werd steeds zwaarder. Overal heel veel publiek en allemaal riepen ze ‘heja heja’. Iets voorbij 10 km stonden Michel en Sam ons aan te moedigen, ook dat geeft weer even een stimulans.
Na pakweg 15 km was er bij de meesten van ons het beste er wel van af. Yael had al last van beginnende kramp, Cees pauzeerde een tijdje bij elke drinkpost, Miriam en Melissa hadden veel steun aan elkaar, Benno was al stukjes aan het wandelen en Elza liep in een rustig tempo gestaag door. En zo ging het verder… eindelijk op de helft, jemig, nog maar op de helft! Nog zo’n stuk lijden.
Elza voorop. Yael een eindje daarachter. Ha, daar staan Michel en Sam met warme bouillon! Cees kwam Benno achterop, even bijgepraat bij een drinkpost. Melissa en Miriam kwamen Benno achterop. Een kleine kilometer samen opgelopen. Inmiddels bij kilometer 32. Nog ‘maar’ tien!!
Om de 3 kilometer een drinkpost met water (ook over het hoofd en in de pet), red bull, sportdrank, augurken in zout, bananen, appel, gelletjes. Doe maar, neem maar, allemaal om de finish te kunnen halen. Douches onderweg. En langs de hele route honderden lieve toeschouwers met plantenspuiten, waterpistolen, tuinslangen en tuinsproeiers, met ijsblokjes voor in de nek of onder het shirt. Hartverwarmend en we hebben er allemaal dankbaar gebruik van gemaakt.
Om ons heen werd het slagveld steeds groter, de duizenden lopers liepen of strompelden verder. We zagen lopers vlak voor onze neus plotseling stoppen, we zagen lopers overgeven, we zagen ze omvallen, langs de kant liggen, soms aan het infuus, op brancards en we zagen ambulances heen en weer rijden met zwaailichten aan. Al met al geen prettig gezicht. Maar wij hebben verder geen grote risico’s genomen en konden redelijk ongeschonden het stadion binnen lopen. Een magisch moment, een vol stadion, een juichende menigte.
Elza moest net voor de laatste bocht nog even de kramp uit de kuiten rekken en dan met kippenvel en traantjes over de finish. Allemaal hadden we heel veel last van de warmte, de een wat meer dan de ander, maar we hebben het gehaald!!!
Na de marathon
Onder een boom in het gras kwamen we elkaar weer tegen en begonnen we de verhalen van onderweg uit te wisselen. We hadden allemaal ongeveer dezelfde meegemaakt en gezien. We waren trots op onze prestaties, maar jammer genoeg ontbrak het euforische gevoel. Daarvoor was het te zwaar geweest. Ook bij de EHBO (daar hadden we goed zicht op) werd het steeds voller. Zelfs op de terugweg in de metro gingen er nog deelnemers braken of vielen flauw.
Maar eenmaal bij het huis hielpen een douche, een eventuele duik in het zwembad, pizza, bier en wijn ons weer op de been en werd het nog een gezellige avond!
De volgende dagen
Tijdens het ontbijt buiten (nu vonden we het lekker in het zonnetje) werd de schade opgenomen: Melissa, Elza en Benno waren nog wel ‘een beetje moe’, Miriam had twee pijnlijke grote tenen (blauwe nagels), Yael hevige spierpijn in de bovenbenen en Cees een stijve knie. Verder viel het wel mee. Stilzitten is geen optie, dus we hebben de dagen daarna goed besteed met o.a. een stadswandeling door het oude centrum, een bezoek aan het ABBA-museum (waar Yael, Elza en vooral Miriam helemaal losgingen) en een dagje fietsen. Ook de terrassen werden niet overgeslagen, want het bleef maar warm en zonnig!
Wat rest is de herinnering aan een heel gezellige week met fijne groep. Iedereen was zichzelf en alles ging vanzelf. Wat ons betreft had het niet zo’n “horrormarathon” hoeven te worden, maar toch kijken we er met een voldaan en trots gevoel op terug, mede dankzij het meeleven, aanmoedigingen en felicitaties van de virtuele LGG-supporters. Bedankt daarvoor!
De Stockies (Yael, Melissa, Miriam, Elza, Cees en Benno)